Woordenboeken
Stambomen
- Genealogie Raamsdonk
- Raamsdonks Historie
- Familiestamboomonderzoek
- Genealogie Online
- Stamboomboek
- Stamboom Woordenboek
- Genealogie Forum
- Stamboom Informatie
- Genea Dutch
- Stamboomfoto
- Stamboom Raamsdonk
- Huizenboek
- Fotoboek Raamsdonk
- Bidprentjes Raamsdonk
- Krantenknipsels Raamsdonk
- Stamboom Raamsdonk
- Stamboomlink
- Stamboomlinks
Wat zijn patroniemen?: (Terry van Erp)
Patroniemen hoe werkt dat?: Genealogie van Erp
- Door | Terry van Erp
- Start project | Maart 1996
- Laatste update | January 2019
- Aantal pagina's | 1
- Update van de oude website | Genealogie van Erp
Patroniem en vernoeming
Veel familienamen zijn ontstaan uit patroniemen, ook wel vadersnamen genoemd:
namen die verwijzen naar de voornaam van iemands vader en zo de familierelatie
kenbaar maken. Als vaders voornaam Hendrik is, dan is Hendrikszoon het patroniem
van zijn zoon en Hendriksdochter het patroniem van zijn dochter.
Het achtervoegsel -zoon of -dochter werd afgekort of verbasterd: Hendriksz.,
Hendriksen, Hendriksdr. Of het werd weggelaten, al dan niet met behoud van de
tussen -s: Hendrik(s).
Van de vroege middeleeuwen tot de invoering van de burgerlijke stand in de 19de
eeuw werd het patroniem bij persoonsregistratie gebruikt.
Het patroniem kon destijds de enige achternaam zijn, en van generatie op generatie
veranderen, maar het patroniem kon ook door een familienaam worden gevolgd:
Jan Hendriksz. Bakker of Anna Pouwelsdr. van Amerongen.
Het kwam ook voor dat een kleinkind het patroniem van zijn vader overnam: Pieter
Jansz. Hendriks. De familierelatie werd zo binnen een naam tot drie generaties
uitgebreid: zoon, vader, grootvader. Het patroniem Hendriks staat op de nominatie
een familienaam te worden. Daarvan is sprake als ook volgende generaties deze
naam in gebruik nemen.
Opvallend is het aantal voornaamvarianten dat nog in hedendaagse familienamen die uit patroniemen zijn ontstaan, is terug te vinden. Behalve spellingsvariatie, veroorzaakt door de ontwikkeling van spellingsnormering en de verschillende momenten van naamsvastlegging, en dialectische verscheidenheid is hier zeker ook de grote voornaamvariatie die al vanaf de vroegste middeleeuwen in administratieve bronnen kan worden aangetroffen debet aan. Voornamen werden niet alleen verkort, maar kregen (vervolgens) ook achtervoegsels. Bij de vorming van patroniemen vermeed men deze affectieve afgeleide voornaamvormen niet.
Het patroniem in zijn oorspronkelijke functie verdween bij de invoering van
burgerlijke stand in de eerste helft van de 19de eeuw. De persoonsregistratie
bij de burgerlijke stand wordt beperkt tot het noteren van voornamen en een
familienaam, die definitief in vaststaande spellingsvorm van ouder op kind wordt
doorgegeven.
Veel patroniemen zijn bij de invoering van de burgerlijke stand een familienaam
geworden. Ze zijn niet allemaal even gemakkelijk herkenbaar, omdat veel voornamen
die aan de basis van deze familienamen staan niet meer in gebruik zijn.
In Friesland maakte men familienamen uit patroniemen met behulp van het achtervoegsel
-ma of men paste andere naamvormingsmechanismen toe: Johannes Sytses nam de
familienaam Siedsma aan; Sjoerd Alberts nam de familienaam Alberda aan.
- • Voornamen worden verklaard in de Nederlandse Voornamen Databank, die is gebaseerd op het Spectrum voornamenboek: https://www.meertens.knaw.nl/voornamen/VNB/zoeken.lasso
- • [H. Buitenhuis, 'Patroniemen op -sen in Nederland', in: Naamkunde 11 (1979), p 118-130].
- • [P.H. Damsté, 'Het verdwijnen van onze patronymica', in: Maandblad Oud-Utrecht 52 (1979), p 148; vgl. ibid. 53 (1980), p 33].
- • [Ebeling-1993, p 93].
- • [U. Timmermann, 'Systeme Attributiven Gebrauchs von Rufnamen in den friesischen Sprachräumen des Spätmittelalters, insbesondere in Nordfriesland', in: Us Wurk 47 (1998), p 1-18].
- • "Om het voorkomen van variante voornaamsvormen in administratieve bronnen uit de Middeleeuwen te verklaren kunnen drie verschillende hypothesen worden ontwikkeld.
De eerste hypothese houdt vast aan het uitgangspunt dat de vorm van de voornaam als een affectief betekeniskenmerk moet worden beschouwd. In deze hypothese ligt de reden voor het voorkomen van variante voornaamsvormen in ambtelijke documenten bij de attitude van de scribent tegenover de personen van wie hij de naam noteert.
De tweede hypothese stapt af van de idee als zou het gebruik van verkorte of afgeleide voornaamsvormen subjectief bepaald en affectief gekleurd zijn. In deze hypothese voegt het gebruik van een bepaalde naamsvariant eveneens een specifiek semantisch kenmerk aan de voornaam toe, maar dan wel een objectief kenmerk van de naamdrager, zoals zijn gestalte, leeftijd of sociale status.
De derde hypothese, ten slotte, wijst elke semantische verklaring voor het voorkomen van variante voornaamsvormen in administratieve bronnen resoluut van de hand. In deze laatste hypothese berust het gebruik van deze of gene voornaamsvariant louter op toeval. Het gebruik van variante voornaamsvormen of roepnamen, niet enkel bij de communicatie in informele situaties maar ook bij de registratie in ambtelijke documenten, kan volgens deze hypothese ten hoogste practisch-functioneel worden verklaard, namelijk als middel om personen met dezelfde 'officiele' voornaam van elkaar te onderscheiden.
[...] Diminutiefvormen van Vlaamse voornamen zijn herkenbaar aan de suffixen -kin of -lin. Franstalige diminutiefvormen hebben als suffix -et, -ot of -son/-chon. Taalkundig gezien worden diminutiefvormen tot de afgeleide voornaamsvormen gerekend.
[...] De meest voorkomende afgeleide voornaamsvormen stricto sensu zijn augmentatiefvormen, die eindigen op het suffix -in. Andere afgeleide voornaamsvormen hebben suffixen als -art of -oen. Verkorte voornaamsvormen worden gevormd door de volle vorm met één of enkele syllaben te verkorten. Aan de verkorte vorm kan ook een -e of een -s worden toegevoegd, waarbij auslaut niet als een suffix mag worden beschouwd" [Guy Dupont, 'Van Copkin over Coppin naar Jacob.
De relatie tussen de voornaamsvorm en de leeftijd van de naamdrager in het Middelnederlands op basis van administratieve bronnen voor het graafschap Vlaanderen, einde 14de-midden 16e eeuw', in: Naamkunde 33 (2002), nr 2, p 111-217 (112, 118)].
Patronym: | Voornaam vader: | |
Adriaans | Adriaan | |
Aarts | Aart, Arnoldus | |
Aarnts | Arnt, Arnoldus | |
Andriessen | Andreas | |
Arns, Arnds | Arnt, Arnoldus | |
Backx, Bakken, Bakkes | Bakke, Bacco | |
Bartels | Bartholomeus | |
Ceelen | Celis, Marcelis | |
Coenen | Coen(radus) | |
Coris | Goris, Goort, Godefridus | |
Corstens, Corstiaans | Christianus | |
Daems, Daemen | Adam | |
Delen | Dielis | |
Derks | Derk, Theodorus | |
Dirks, Dirkx | Dirk, Theodorus | |
Driessen | Dries, Andreas | |
Fransen | Franciscus, Frans | |
Geraedts, Geerts, Gerits, Gerritsen | Gerardus, Geert, Geerit, Gerrit | |
Geurts | Goris, Goort, Godefridus | |
Gielissen | Giel(is), Michiel, Michael | |
Gijsber(t)s | Gijsbertus | |
Goijarts | Govardus ?, Godefridus | |
Goorts | Goris, Goort, Godefridus | |
Goossens | ? | |
Hans(en), Hens(en) | Johannes, Hans, Hannes | |
Hermans | Herman(us) | |
Jans(sen) | Johannes, Jan | |
Joosten | Joost, Judocus | |
Klaassen | Nicolaas, Nicolaus, Klaas | |
Koenen | Koen, Coenradus | |
Lammer(t)s | Lambertus | |
Laureijsen | Laurentius, Laurens | |
Leenders | Leendert, Leonardus | |
Linders | Leendert, Leonardus | |
Machiels | Michael | |
Martens | Martinus | |
Mathijssen | Thijs, Matheus | |
Meus, Meuwis(sen) | Bartholomeus | |
Paulussen | Paulus | |
Peters | Petrus, Peter, Piet | |
Raes, Raessen | Erasmus | |
Roijers, Roijarts | ? | |
Seelen | Celis, Marcelis | |
Stoffels | Christophorus, Christoffel | |
T(e)eu(w)ssen | Theodorus (Dirk) | |
T(e)eu(w)issen | Theodorus (Dirk) | |
Thijssen | Thijs, Matheus | |
Thomassen | Thomas | |
Tielen(s) | ? | |
Vreij(s)sen | Laurentius, Laurens | |
W(e)ijnen, Wijnants | Winand |