Woordenboeken
Stambomen
- Genealogie Raamsdonk
- Raamsdonks Historie
- Familiestamboomonderzoek
- Genealogie Online
- Stamboomboek
- Stamboom Woordenboek
- Genealogie Forum
- Stamboom Informatie
- Genea Dutch
- Stamboomfoto
- Stamboom Raamsdonk
- Huizenboek
- Fotoboek Raamsdonk
- Bidprentjes Raamsdonk
- Krantenknipsels Raamsdonk
- Stamboom Raamsdonk
- Stamboomlink
- Stamboomlinks
Latijn woordenboek voor Genealogie 1: (Terry van Erp)
Latijn woordenboek 1, mogelijk gemaakt door: Genealogie van Erp
- Door | Terry van Erp
- Start project | April 1992
- Laatste update | January 2019
- Aantal pagina's | 1
- Update van de oude website | Genealogie van Erp
Vertaling van Latijns naar Nederlands
A
Ab hoc die - Van deze dag af
Ab hoc mense - Van deze maand af
Abiit - Is vertrokken
Ab infantia - Vanaf zijn kinderjaren
Ab intestato - zonder testament
Ab intestation - Bij versterf (erfopvolging zonder testament)
Ab obstetrice baptisatus est - Is gedoopt door de vroedvrouw
Ablutus - Gezuivert, gewassen (door doopsel)
Abnepos - achter-achterkleinzoon
Abneptis - achter-achterkleindochter
Abortivus - te vroeg geboren kind, miskraam
Abreptus - Weggenomen
Abrogatie - Intrekking, afschaffing, opheffing der wet
Absente corpore - (lijkdienst) zonder lijk
Absens - Afwezig
Absolutio - Absolutie
Absque - Zonder
Absque dubio - Zonder twijfel
Ac - En
Acatholica - niet katholieke vrouw
Acatholicus - niet katholieke man
Accijns - Belasting op verbruiksgoederen
Achterboren, achterbaren - Achterneef
Achterdeel - Nadeel,
Actis bannis - Na het roepen
Actus requisitis - Van deze akte
Actum - geschied, gedaan
Actum in judico - verhandeld, geschied voor het gerechtshof
Acuabojolus - koster
Ad hunc actum requisitis - Gevraagd voor het opmaken van deze akte
Adiusticiare ad - In bezit stellen
Adiusticiatio - Recht van bezit
Ad Majorem Dei Gloriam (AMDG) - tot meerdere glorie van god
Ad matrimonium inscripti - Ingeschreven voor het huwelijk
Administratis sacrementis - Na het toedienen van de sacramenten
Administratus - Bediend
Admodum - Zeer
Adolescens,-ntis - jongeman
Adolecens - Jongeman
Adscriptus glebae - Een bij de grond gerekende, grondhorige, lijfeigene
Adstitit - Was aanwezig
Adulter - Overspelig
Adulterium - Echtbreuk
Adulterio natus - in overspel geboren
Adultus (-a) - volwassen
Adventius - bruidschat, gegeven door een ander dan de vader
Advocatus - advocaat, beschermer
Aedilis - Kerkmeester
Aedituus - Kerkwachter, koster
Aeger, Aegra, Aegrum - ziek, zwak
Aegritudine quadam - Door een of andere ziekte
Aegrotavit - Was ziek
Aequalis - Gelijk
Aetas - Leeftijd
Aetatis suae - Oud zijnde
Aeternitatem (abiit) - Naar de eeuwigheid
Aetatis - In de leeftijd van
Aequali gradu - in gelijke graad
Aet. - aetatis suae - oud zijnde
Aetas - leeftijd, oud (leeftijd)
Aetatis suae - oud zijnde of van de leeftijd
Aetatis venia - wettelijke meerderjarigverklaring handlichting)
Affidati - ondertrouw
Affinis - Door huwelijk verwant, aanverwant
Affinitas - aanverwantschap
Affinitatis - (van de) aanverwantschap
Afmodum - zeer
Agnatus - bloedverwant van vaderskant
Agnico - erkenning (van een onwettig kind)
Agnomen - bijnaam
Agricola - landbouwer
Agriculator - landbouwer
Albis (sepultus) - In het wit (begraven)
Alias - bijgenaamd of anders gezegd
Alienigenus - Buitenlander
Alienum (corpus) - vreemd element
Alii(s) (et -) - en anderen
Aliquot - Enige
Aliunde - Van elders
Alius - Ander
Altare - Altaar
Allegatus est pro patre - aangewezen is als vader
Alter - Andere, tweede
Altera die - De dag daarna
Altera - de een, de ander, ander (vr. enkelvoud; onz. Meervoud)
Altare - altaar
Ambo hic nati - Beiden hier geboren
Amens - Krankzinnig
Ambo - Beiden
AMDG (Ad Majorem Dei Gloriam) - tot meerdere glorie van god
Amicitia - vriendschap
Amicus, Amica, cum Amicus - vriend, vriendin, met vrienden/-innen
Amita - Tante van vaderszijde (zuster van vader)
Anonimus - Naamloos
Anativitate - Sinds de geboorte
Ancilla - Dienstmeisje, Dienstmaagd
Animam suo creator reddidit - Gaf zijn ziel terug aan zijn schepper
Ann - Jaar/jaren (afk.)
Annalis - Een jaar oud
Anniversarium - Jaargetijde
Anniversarium - Verjaardag
Anno domini - In het jaar van de heer
Anno eadem ut supra - In het zelfde jaar als boven
Anno elapso - In het voorafgaande jaar
Anno passato - In het voorafgaande jaar
Anno praeterito - in het voorafgaande jaar
Annorum - Jaren
Annuatium - Jaarlijks
Annuatim - jaarlijks
Annus - jaar
Antedictus - voorgenoemde
Ante - voor (ante 1795 = voor 1795)
Antea - Vroeger, te voren, vroeger
Ante nuptiael (contract -) - huwelijkse voorwaarden
Antiquus - Zeer oud
Antevoor (tijd)
Apoplexia - beroerte
Apud - bij
Apud acta - bij volmacht
Aqua - water
Area - hofstede, haardstede, huis, haard, erf
Aream - Erf
Armiductor - schermmeester, vechtmeester
Armiger - schildknaap
Articulo mortus - Op het moment van sterven
Artifex - ambachtsman
Art. lib - artes liberales - de vrije kunsten
Arrestadia - Achterstallige betalingen, beslagen
Assertione matris (ex -) -volgens de verklaring van de moeder
Assignatus - gevolmachtigde
Astmate -icus - Door astma
Atque - en
Attestatio de morte - verklaring van overlijden
Attestatio de vita - verklaring van leven
Attinentia - Aanhorigheid
Auctor generis - stamvader van een familie
Auctor gentis - stamvader van een familie
Aurifaber - juwelier, goudsmid
Aurifex - goudsmid
Autem - echter
Ava - grootmoeder
Avenant - Evenredig
Avi - voorouder, voorouders
Avia - grootmoeder
Avitus - voorvaderlijk, van grootvader of van grootmoeder
Avunculus - oom van moederszijde(broeder van moeder) oudoom
Avunculus magnus (of maior) - broeder van grootmoeder (oudoom)
Avus - grootvader, voorvader, (soms: overgrootvader)
B
Bannis - afkondigingen
Bannus - Afkondiging (huwelijk)
Baptisabatur - Hij is gedoopt
Baptisare - Dopen
Baptisata - gedoopt (meisje)
Baptisatus - gedoopt (jongen)
Baptisatus a ministro haeretico - gedoopt door een ketterse
Baptisatus est - Hij is gedoopt
Babtisavi - ik heb gedoopt
Baptismum - Doopsel,van de gedoopten (doopregister)
Baptizatus - Gedoopt
Baptizatus est - hij/zij is gedoopt
Baptizata est - hij/zij is gedoopt
Baptizati sunt - zij zijn gedoopt
Baptizare, w.w.Dopen; commissiobaptizata (v.), baptizatus (m.): gedoopt;
Baptizavi - Ik heb gedoopt
Barbitonsor - Barbier, Kapper
Barbetonsor - Barbier, Kapper
Baro - Vrijheer
Beata Maria Virgo (BMV) - van de H. Maagd Maria
Benedicto - (huwelijks-) inzegening
Beneficarius - priester die de inkomsten van een benefictie
geniet, beneficiant
Benefacere - schenken
Bercarius - schaapherder
Biduo (- ante) - op de tweede dag (- ervoor)
Bigamus - tweemaal gehuwd
Binati filii - tweeling
Bimaritus - voor de tweede maal gehuwd
Bigamus - Twee maal gehuwd geweest
Bimaritus - Voor de tweede maal gehuwd
Bona - Goederen
Braxator - bierbrouwer
Buscoducis - �s Hertogenbosch
Buscumducis - �s Hertogenbosch
Buscoducensis - uit �s Hertogenbosch
Buscumducensis - uit �s Hertogenbosch
C
Caecus - blind
Caelebs, coelebs, cael. - vrijgezel / ongehuwd
Caelum abiit (in - - )- is naar de hemel gegaan
Caelebs - Vrijgezel
Caelum abut - Is naar de hemel gegaan
Caementarius - steenkapper, metselaar
Calciarius - Schoenmaker
Cal ida febri - Door een warme koorts
Calis - Zwerver
Calumpniare - Gerechtelijk protest aantekenen tegen
Campi Custos - Veldwachter
Cancellatum est de conssensu partium - Is doorgehaald met toestemming van partijen
Caninicus - Kanunnik
Calceolarius - schoenmaker
Calciferrator - hoefsmid
Calendae - eerste dag van de maand
Califex - schoenmaker
Caligarius - soldatenknecht
Caligator - kousen-, broeken- maker
Calis - zwerver
Campi custos - veldwachter
Can. (canonicus) - kanunnik
Cant. (cantor) - zanger
Capell. (capellanus) - kapelaan
Caput - hoofd
Carcan, Carcanum - Halsijzer voor misdadiger
Caretarius - voerman
Carmina ad cunas - wiegeliedjes
Carnifex - slager, beul
Carpentarius - wagenmaker, radmaker, Timmerman
Carta - charter, oorkonde
Castellanus - kasteelheer
Catalogus confirmatorum - naamlijst van gevormden
Caucidicus - Advocaat
Caupo - Herbergier, waard
Caupona - herberg, kroeg
Causa civilis - Burgerlijke rechtszaak
Causindicus, advocatus - advocaat
Cautie - Borgtocht, onderpand
Cedere - Wijken
Cellarium - kelder
Celebs, coelebs - Ongehuwd
Cellarius - Keldermeester
Cerdo - Schoenmaker
Cementarius - metselaar
Census inclususs est - De cijns inbegrepen
Census vicinorum - Gebuurcijns
Centenarius - honderdjarige
Centesimo - 100
Centesimus - honderdste
Centum - honderd
Cerdo - handwerkman, gewone man, schoenlapper
Certus, -a, -um - zeker
Ceterus - andere
Chartarius - papiermaker
Chartarrius - Papiermaker
Chyrotecarius of Chirotecarius - handschoenmaker
Chirurgicus - chirurg, dokter
Chirurgus - Dokter
Cimiterium - Kerkhof
Circa - ongeveer
Circriter - omstreeks
Civitas - Stad
Clarissimus (Cl.) de zeer beroemde
Clauculu - in het geheim
Claudus - mank, kreupel, lam
Claustrasius - slotenmaker
Clericus - Geestelijke
Clericus scabiborum - Schepenklerk
Coctor cereviciae - brouwer
Cocus - kok
Coelebs, celebs - Ongehuwd
Coemetarium - Kerkhof
Coemeterium rij - Kerkhof
Cognatio - Verwantschap
Cognatus - Bloedverwant, Verwant
Cognomen - achternaam/familienaam
Collateralis - in de zijlinie (bij bloed- of aanverwantschap)
Colonus - Boer, pachter
Comes - graaf
Comitatu - In het gezelschap van
Comitissa - gravin
Commissio - wedstrijd, proefstuk, opdracht, toestemming
Commorans apud - verblijvend bij
Commorare - verblijven
Communis aqua - Gemeenschappelijk water
Communis plaetsa - Openbare plaats
Communis platea - Openbare weg
Communitas - Gemene gronden, Gemeente
Competentem in domo, area, rto ac hereditatibus - Toekomend in een huis, erf, tuin en de erfgoederen
Conditio,-ionis - voorwaarde
Conditione (sub-) - onder voorwaarden
Sub conditione - voorwaardelijk
Confessarius - biechtvader
Confessio - Biecht
Confessus - Gebiecht
Confirmatorum - bevestiging/bekrachtiging
Confirmati - gevormden
Coniuga - de echtgenote
Coniugae - van de echtgenote
Coniugatores - Echtelieden
Coniugium - huwelijk
Coniuncti - gehuwden
Coniunctorem - gehuwden
Coniunx (coniux) - echtgenoot (echtgenote)
Conjugatus - Gehuwd
Conjuges - echtgenoten, het echtpaar
Coniugis - van de echtgenoot
Coniugum - van de echtgenoten
Coniuncti - gehuwden
Confirmatorum (registrum) - register van vormelingen
Conjugatus (-a) - gehuwd
Conjux - echtgeno(o)t(e)
Conjunctie sunt - zijn door het huwelijk verenigd
Consanguinea - bloedverwante (zuster)
Consanguineus - bloedverwant (broer), Bloedverwant
Consanguinitas - bloedverwantschap
Consanguinitas (-tatis) - (van de) bloedverwantschap
Consanguinitatis - het beletsel van bloedverwantschap
Consensu meo - Met zijn toestemming
Consensu parentum - Met toestemming van de ouders
Consensu pastoris - Met toestemming van de pastoor
Consobrina - nicht, kind van zuster
Consobrinus - neef, kind van zuster
Constabularis - politieagent, bewaker
Contractante nuptiali - huwelijkse voorwaarden
Contrahunt(matrimonium) - zij sluiten een huwelijk
Contrahunt(matrimonium) - zij trouwen(huwden)
Contrahere - sluiten
Contrahunt - (zij) sluiten
Contrapignus - Onderpand
Contraxerunt -hebben gesloten
Contraxerunt(matrimonium) - zij hebben een huwelijk aangegaan
Conubium - Huwelijk
Conventualus - Kloosterlingen
Conversus - Bekeerd
Copulatio,-ionis - huwelijksvoltrekking
Copulati sunt, copulati fuere - Zij zijn getrouwd
Coram - ten overstaan van, in tegenwoordigheid van
Coram me - in mijn tegenwoordigheid
Corbifex - mandenmaker
Cordifex - touwslager
Corrigator - gordelmaker
Corrigiarius - riemsnijder, gordelmaker
Coronator, Coronarius - lijkschouwer
Corpus - Lichaam
Corpus alienum - vreemd element
Corrigator - Gordelmaker
Costa - vrouw (oorspronkelijk: rib!)
Cotarius - arbeider, huisbediende
Coupo - herbergier
Cnape - Gewapend dienaar
Creditum - Vordering
Cuius anima requiescat in pace - Zijn ziel ruste in vrede
Cuius loco - in wiens plaats
Cujus - Van wie
Cujus loco - In wiens plaats
Cujus loco tenuit - wiens plaats werd ingenomen door
Cultellarius - messenmaker
Cultellifex - messenmaker
Cum - met, als, ofschoon, wanneer, omdat
Cum consensu pastoris - Met toestemming van de pastoor
Cum dispensatione inpedimenti - met dispensatie in
Cum dispensatione impedimenti consanguinitas- vrijstelling van
- huwelijks beletsel
- vanwege verwantschap
Cum mea licentia - Met mijn vergunning
Cunae - wieg
Cuparius - tonnenmaker, kuiper
Cuprifex - koperslager
Curator ventris - curator over een ongeboren vrucht
Curatus - pastoor
Cursor - bode
Curtius - De korte
Custodis - koster (2e naamval)
Custos - bewaker, cipier, koster, toezichthouder
Custos camporum - Veldwachter
D
Dando in huiusmodi redemptione - Gevend in geval van deze lossing
Dare ad censum - In cijns geven
Dare ad pactum - In pacht geven
De - van
Dempto - zonder, met uitzondering van
Denunciatio,-ionis - afkondiging
Debilitate - Door gebrekkigheid
Debilitate senectus - Wegens seniliteit
Decanatus - Dekenaat
Decanus - Deken
Decem - Tien
Decembris (10-bris) - december
Decempedator (juratus) - (gezworen) landmeter
Decennium - tijdvak van 10 jaar
Decennis - 10-jarige
Decimonono - negentiende
Decimotertio - dertiende (- quatro etc)(veertiende enz)
Decembris - December
Decimo - 10
Decimus - Tiende
Declarans se scribere non posse - Verklarende niet te kunnen schrijven
De consensu quorum interest - Met toestemming van de belanghebbende
Dedi - Ik heb gegeven
Defecto virium - in gebreke van krachten
Defensor - verdediger
Defernetorum - overlijdensregister
Defunctus(-a) (-i) - overleden
Defuncta - overleden vrouw
Defuncti - overleden (meervoud)
Defunctus - overleden man
Dei Gratia (DG) - door de gratie Gods
Delirium, Dilirium - waanzinnigheid
Demigravit - overleden
De more - Volgens de gewoonte
Denatus - Gestorven
Deponere - Afdoen
Deservitor - Bedienaar van de parochie
Destitutus sensibus - Van zijn zinnen beroofd
De sacro fonte susceperunt - ze namen (het kind) op van de H. doopvont
De suis vivens - die in zijn eigen onderhoud voorziet
Devotus - Toegewijd, vroom
Dexter - rechts
Dicit - Hij zegt
Dicta - gezegd,geheten
Dictas hereditates - Genoemde erfgoederen
Dictum - geschrift inzake rechterlijke uitspraak
Dictus - Gezegd, geheten
Didymi (eigenlijk van het Griekse Didumoi) - tweeling
Dierum - Dagen
Dies - Dag
Dies irae - (op) de dag der wrake
Die - Dag/op de dag/de dato
Die sequenti - Op de volgende dag
Dies natalis - Geboortedag
Dimidius - Half
Dispensatio - Dispensatie, ontheffing
Dispensationis - Dispensatie(vrijstelling bij verboden huwelijksverwantschap) / ontheffing
Dispensavit - Heeft dispensatie verleend
Dissenteria - Dysenterie
Dito - Op dezelfde dag
Doliarius - Tonnenmaker
Doliator - kuiper
Domicellus - Heer
Domina - Vrouw
Dominica - Zondag
Domino obiit - Is gestorven in de Heer
Domicella, lae - vrouwe
Domina - (adelijke) vrouwe
Dominus - (adelijke) heer
Donatio - Schenking
Donistadium - Hofstad, huiserf
Domum - Huis
Dubio - Twijfel
Ducatu Geldriae - In het hertogdom Gelder
Ducatu Limburgensi - In het hertogdom Limburg
Ducentesimo - 200
Dum viveret - Tijdens zijn leven
Dum viveret - In zijn leven
Dum viveret - in zijn leven (terwijl of zolang hij leefde)
Duo - Twee
Duodecim - Twaalf
Duplex vidua - Tweemaal gehuwd
Dysenteria - Dysenterie, buikloop
E
Eadem - hetzelfde (vrouwelijk)
Eadem eiusdem eodem - zie idem
Eadem, eodem - op dezelfde dag
Ebdem anno - In hetzelfde jaar
Ebdem die - Op dezelfde dag
Ebdem instanti - Op hetzelfde ogenblik
Ecclesia - Kerk; infacie ecclesiae: ten overstaan van de kerk
Ecclesiastes - Geestelijke
Ebdem anna - In hetzelfde jaar
Ebdem die - Op dezelfde dag
Ebdem instati - Op hetzelfde ogenblik
Eccl. - kerk (afk.)
Ecclesia, iae - kerk
Ecclesia parochiali - parochiekerk
Ecclesiastes - geestelijke
Effestucando resignare - Door middel van de halm afstand doen
Eius - zijn, van hem, haar, van haar.
Ejusdem - van hetzelfde
Emptor bladorum - korenkoper
Eodem - Dezelfde
Eodem die - Op dezelfde dag
Eodem morbo - Door dezelfde ziekte
Eo quod - Temeer, omdat
Episcopal is - Bisschoppelijk
Episcopus - Bisschop
Epithalamium - Huwelijksgezang
Eques - Ruiter, later: ridder
Erant, fuerunt - Zij waren
Est - Is
Et - en
Etiam - Ook
Evenen - Haver
Excoriator - Leerlooier
Ex eodem morbo - Tengevolge van dezelfde ziekte
Exeuntium sacrementis munitus - Voorzien van de sacrementen der stervenden
Ex hac misera vita decessit in - Ging van dit droevige leven naar
Ex hac vita ad aeternam transivit - Naar het eeuwige
Exhaustus - Uitgeput
Eximius ac doctissimus dominus - De hoogachtbare en geleerde heer
Exitus - het einde, het uitgaan, dodelijke afloop van een ziekte
Ex longa infirmitate - Tengevolge van een lange ziekte
Expiravit - Hij blies de laatste adem uit
Exposita - vondelinge (meisje)
Expositus - vondeling (jongen)
Ex protestantismo conversus - vanuit het protestantisme overgegaan
Ex tabe, ex tabbe - Door tering
Extinctus - Overleden
Extraneus - vreemdeling
Extrema unctio - het laatste oliesel
Extremis munita - van de laatste sacramenten voorziene vrouw
Extremis praemunitus - Voorzien van de laatste sacramenten
Exue - uittocht, aftocht (schatting)
Ex vulnere - Door een wond
F
Faber - smid
Faber lignarius - Timmerman
Faber liguaris - kopersmid
Fabricator - Fabrikant
Facie ecclesiae - Ten overstaan van de kerk
Factus tribus bannis - na drie afkondigingen
Factus trubus proclamationibus - na drie afkondigingen
Familia - (later:) gezin. oorspronkelijk: allebewoners van 1 huis
Famula - dienstmaagd
Famulus - dienstknecht, bediende, leerling, schildknaap
Fatuus - Onnozel
Febri - Door koorts
Febri aestuanti - Door een gloeiende koorts
Febri frigida - Door koude koorts
Febri maligna - Door een kwaadaardige koorts
Febri putridus - Door koorts uitgeput
Febri vehementi - Door hoge koorts
Femella - Vrouwelijk
Femini generis, femini sexus - Van het vrouwelijke geslacht
Fere - bijna, ongeveer
Feretrum - Lijkbaar
Feria - Dag
Festo sancti N. - Op het feest van de Heilige N.
Fideicommis - erfstelling over de hand
Fidejussio - borgstelling
Fidejussor - borg, later: peet
Fila relicta - Nagelaten dochter
Filiaster - Stiefzoon, schoonzoon
Fil. leg. - wettige zoon/dochter (afk.)
Filiola - Dochtertje
Filiolus - Zoontje
Filitrix - Spinster
Filius - Zoon
Figulus - Pottenbakker
Filia - dochter
Filia fratris - nicht (dochter van broer)
filia legitima - wettige dochter
Filia relicta - nagelaten dochter
Filia sororis - nicht (dochter van zus)
Filiaster - stiefzoon of stiefkind, later: schoonzoon
Filialis - Hulpkapel, hulpkerk
Filius - zoon
Filius fratris - neef (zoon van broer)
Filius legitimus - wettige zoon
Filius sororis - neef (zoon van zuster)
Fluxu sanguinis - Door een bloeding
Foemella - Vrouw
Folio - Bladzijde
Folio recto - voorzijde van een blad (rechterpagina)
Folio verso - keerzijde van een blad (linkerpagina)
Forbitor - zwaardveger
Fortasse - Misschien
Forum - Markt
Frater - broer / broeder
Frater germanus - volle (eigen) broer
Frunitor - looier
Fuere, fuerunt - Zij zijn geweest
Fullo - volder
Fulmine tactus - Getroffen door de bliksem
Fuit - Hij is geweest
Fuit 55 annis - Hij was 55 jaar oud
G
Galgiator - laarzenmaker
Gangredine consumptus - Verteerd door kanker
Gemella - tweelingzus
Gemellae - tweelingen (meisjes)
Gemelli - tweelingen (jongens)
Gemellus - tweelingbroer
Geminnae - tweelingen (meisjes)
Gemini - tweelingen (jongens)
Gener - schoonzoon
Genetica - erfelijkheidsleer
Germana - zuster
Germanus - broeder
Generali absolutione - Met algemene absolutie
Generosus - Weledelgeboren
Germana - Zuster
Germanus - Broeder
Gradus - Graad (van bloedverwantschap)
Gratia special - Door een bijzondere gunst
Greffiarius - Griffier
Grimellator (gruellator) - gorter, gruiter
H
Habita dispensatione - Na verkregen dispensatie
Habitans - inwoner
H(a)ereticus - ketter
Haemorragia - Door een bloeding
Haerides ejus fundaverunt - Zijn erfgenamen hebben een
Hereditario iure - Met erfelijk recht
Here - Gisteren
Heres - erfgenaam
Heredes - erfgenamen
Hereditas - erfdeel, nalatenschap, erfgoederen
Hereditas paterna - vaderlijk erfdeel
Hic - Hier
Hoc loco - op deze plaats
Hodie - heden, deze dag, vandaag
Honestus - Eerzaam
Hora - uur
Horarum - Uren
Hora matutina - morgenstond
Hospes - gastheer (herbergier, waard)
Huiadem - Alhier
Huius - Van deze
Hujades - Van hier (mensen)
Hujus communitatis scabinus - Schepene van deze gemeente
Hujus loci - van deze plaats
Humata - begraven vrouw
Humatus - begraven man
Husarus - Huzaar
Hydropisis - Waterzucht
I
Iacens in lecto - Bedlegerig
Ibidem - Aldaar
Idem - dezelfde (hetzelfde)
Idem, eiusdem - dehetzelfde
Ictu sclopeti - Door het schot van een donderbus
Ignotus - Onbekend
Illegitimus - Onwettig
Illegitima - onwettig (vrouwelijk)
Illegitimus - onwettig (mannelijk)
Illius - Van hem
Illustrissima domina - doorluchte vrouw
Imbecillis - Zwak
Impedimentum - Huwelijksbeletsel
Imperator - keizer
Imperatrix - keizerin
Impertiri - Schenken
Impetitio - Aanspraak
Impregnatio - Zwangerschap
Improles - Zonder kinderen
Improvisa morte - Door een onvoorziene dood
Impubes - Onmondig
In articulo mortis - Op het moment van sterven
In caelum abiit - Is naar de hemel gegaan
Incertus - onbekend, onzeker
Incestum - Bloedschande
Incola - inwoner
In comitatu - In het gezelschap van
In domo propria - In zijn eigen huis
in facie ecclesiae - ten overstaan van de kerk
Infans - kind
Infantis - kind
Infantulus - Baby
Infirmitate - Door een ziekte
Infirmorum sacramentis - Met de sacrementen der zieken
Inflammatione - Door een ontsteking
Infrascriptus - Ondergetekende
Informator - huisleraar
Iniverunt matrimonium - Gingen een huwelijk aan
In lecto decumbens - Bedlegerig
In margine - aantekening in de kant van de akte, kanttekening.
In mea absentia - In mijn afwezigheid
In neccessitate baptizatus - In nood gedoopt
In nomine Patris et Filii et Spiritus Sancti - In de naam des vaders, des zoons en des - Heiligen Geestes
Innocens - Onschuldig
Innominis - Zonder naam
Innuptus - Ongehuwd
In partu - Tijdens de bevalling
In presentia - In aanwezigheid
In puerperis - Tijdens de bevalling
Inopinatum - Onverwachts
Inopinate - Onverwacht/onverhoeds/plotseling
Insanabillis - Ongeneesbaar
Insanae mentis - Krankzinnig
Insania - Waanzinnigheid
Institor - (mars)kramer, koopman, handelaar
Institutor - Commissaris
Institor - Kramer, koopman, handelaar
Instrumentum - Akte
Inter - Tussen
Inter adstantium preces - Met de gebeden der omstanders
Inter missarum solemnia - Tijdens de mis
Interstitium - Tijd tussen de roepen
Intestus, ab intestato - Zonder testament gestorven
Intronisati sunt - Zij zijn getrouwd
Intronisatus - Voor het altaar getrouwd
Inunctus - Ongezalfd
Inventus - Gevonden
Investitus - Pastoor
In vita sua - In zijn leven
Iunctus - verbonden
Iuris consultus - Advocaat, rechtsgeleerde
J
Jam - Reeds
Judex - rechter
Juncti sunt - zijn (door het huwelijk) samengevoegd
Juncti sunt (matrimonio) - Zijn (in het huwelijk) verbonden
Junior - jonger, de jongere
Juris consultus - rechtsgeleerde
Justitiae satellis - Gerechtsbode
Juvenis - Jongeman, jongeling, vrijgezel
Juxta formam concili tridentini - De voorschriften van het concilie van Trente
L
Laborans - Lijdend aan
Lanio (lanius) - vleeshouwer
Languore, languoribus - Door ziekten
Lanifilator - Wolspinner
Lanifilitrix - Wolspinster
Lanio - Slager
Lanitonsor - Wolscheerder
Lapicida - steenhouwer
Lapsus - Gevallen
Lectori salutem - de lezer heil
Lectus - Bed
Leg. - afkorting van wettig, wettige
Legio - regiment
Legitime et hereditarie supportaverunt - Wettelijk en erfelijk overgedragen
Legitima - wettige (vrouw of dochter)
Legitimus - wettige (man of zoon)
Lethargo - Door slaapzucht
Levantes - Doopheffers
Levarunt de fonte - Zij verhieven (het kind) van de doopvont
Levans - peet (de ten dooop heffende)
Levantes - doopheffers
Levavit - hij of zij hief ten doop
Levi morbo - Na een lichte ziekte
Lex - wet
Liber - Vrijgezel
Liberarius - boekbinder
Liber denuntiatonum - boek van afkondigingen (transporten)
Libera - Ongehuwde vrouw
Libera baronia - Vrije rijksheerlijkheid
Liber rationum - Huishoudboek, waarin tevens de familiegebeurtenissen werden opgetekend.
Licentia - Vergunning
Ligata - echtgenote
Ligatus - echtgenoot
Lignarius, faber lignarius - Timmerman
Linifex (liniarius) - linnenwever
Litera - Schepenbrief
Litterae dimissoriales - Geloofsbrieven
Loco - in plaats van
Locus - (woon)plaats
Locus sigili - plaats van het zegel
Lorarius - zadelmaker
Locum tenens - Stadhouder
Locus sigili - Plaats van de zegel
Lorarius - Zadelmaker
Ludi magister - Schoolmeester
Ludimagister - Schoolmeester
ludimoderator - schoolmeester
Lutheranus - Luthers
M
Macello - slager
Macies - Magerheid, schraalheid
Magister - meester (van een academische graad)
Magnus, magna - oud, (bij oom of tante)
Magnus - Groot
Majorennis - Meerderjarig
Maligna febri - Door een kwaadaardige koorts
Maji - mei
Mansus - Grote hoeve
Mane - 's morgens vroeg
Marge - onbeschreven rand van een blad papier
Mariage in extremis - Huwelijk op het sterfbed
Marita - Bruid, echtgenote, gemalin
Maritae - bruid, echtgenote
Maritata - Getrouwd
Mariti - de echtgenoten
Maritus - echtgenoot, bruidegom
Maritus et tutor legitimus - Wettig man en voogd
Marti - maart
Martii - Maart
Masculini generis - Van het mannelijk geslacht
Masculinus - mannelijk
Masculus - mannelijk
Mater - moeder
Mater meretrix - ongehuwde moeder
Materna maga - Oudtante
Maternus - Van moederszijde
Matertera - tante (zuster van moeder)
Matricularius - Koster
Matrimonio ex primo - uit het eerste huwelijk (van de ouders)
Matrimonio juncti sunt - zijn door het huwelijk verbonden
Matrimonium - huwelijk
Matrimonium contrahunt - sluiten een huwelijk
Matrimonium contraxerunt - hebben een huwelijk gesloten
Matrimonio (con)iuncti sunt - Zijn door huwelijk verbonden
Matrimonium - Huwelijk
Matrimonium inierunt - Zijn een huwelijk aangegaan
Matrimonium subsequens - (door) later huwelijk (gewettigd)
Matrimus - iemand wiens moeder nog leeft
Matrina - meter (peetmoeder)
Matrona - Getrouwde vrouw, huismoeder, huisvrouw
Matruela - dochter van de zuster van de moeder
Matruelis - zoon van de zuster van de moeder
Mature - (vroeg)tijdig
Matutinus - In de morgen
Mechanicus - handwerker
Mendicans, mendicus - Bedelaar
mens - maand/maanden (afk.)
Mensis - Maand
Mensium - Maanden
Menstruus - Een maand oud
Mercator - koopman
Mercator ferri - ijzerhandelaar
Mercator granorum - Graanhandelaar
Mercenarius - Dagloner
Meretrix - vrouw van lichte zeden
Meredies - middag
Mercenarius - Dagloner
Meretrix - Prostituée
Meridie - Op het middaguur
Miles - soldaat
Milites proles - soldatenkind
Militis - Soldaat, soldaten
Millesimo - 1000
Minorennis - Minderjarige
Misere - Jammerlijk, ellendige
Mixtus - Gemend (bloedverwantschap)
Mola (molendium, molina) - molen
Molendinarus (molitor) - molenaar
Modice de suis vivens - Bescheiden van zijn eigen geld leven
Modo - Onlangs
Molendinarus - Molenaar
Molitor - Molenaar
Monachus - monnik
Monialis - non
Moram gerens - Verblijvend
Morbo colico - Door een darmziekte
Morbo contagioso - Door een besmettelijke ziekte
Morbo febrili - Door een koortsachtige ziekte
Morbo incognito - Door een onbekende ziekte
Morbo languido - Door een kwijnende ziekte
Morbo levi - Na een lichte ziekte
Morbo pectoralis - Door een borstziekte
Morbo variolorum - Door pokken
Moribundorum sacramenta - De sacramenten der Stervenden
Morbus - Ziekte
Mors civilis - verlies van burgerrecht
Mortaliter improvisa - Door een onvoorziene dood
Mortaliter laesus - Dodelijk gewond
Mortua - overleden vrouw
Mortualis - heffing voor de begrafenisplechtigheid
Mortui - overledenen
Mortua - Overleden vrouw
Mortuus - overleden man
Munita/munitus - toegediend
Mulier - Vrouw
Multis alus - Met vele anderen
Munitus - Voorzien van
Murarius - Metselaar
N
Nam - Want
Nata - geborene (meisje)
Nativus - Geboortig
Naturalis - Natuurlijk (onwettig kind)
Natus - geborene (zoon)
Nauta - Schipper
Navis - Boot
Necessitas - noodzaak
Necessitatis - in nood
Necessitate - In nood
Necissatis baptismum - Nooddoop
Nec non - En eveneens
Negociator - handelaar, koopman
Nepos - kleinzoon, neef, nakomeling
Neptis - kleindochter
Neonatus - Pasgeboren
Neosponsi - De jonggehuwden
Nesciens scribere - Niet schrijven kunnende
Nescius - Onkundig
Nobilis - adelijk, voornaam heer
Nobilus - Edel
Noe (noie) - afkorting voor nomine, namens
Nomen - voornaam
Nomina baptisorum - Naamlijst gedoopten
Nomina defunctorum - Naamlijst overledenen
Nomina matrimonio iunctorum - Naamlijst gehuwden
Nominavit - Heeft genoemd
Nomine - Uit naam van, met naam als, in naam van
Nominus - Naam
Nomen est omen - de naam is een voorteken
Nomen et omen - de naam en zijn betekenis gelijk (bakker heten en zijn)
Nomen nescio - de naam weet ik niet (ook aangeduid als N.N.)
Nomina - namen
Nomina baptisorum - naamlijst van gedoopten
Nomina defunctorum - naamlijst der overledenen
Nomina matrimonio iunctorum - naamlijst der gehuwden
Nomine - naam, in naam van
Nomine - namens, in naam van
Nominus - naam
Nonagenarius - Negentigjarige
Nonagesimo - 90
Nondum - Nog niet
Nongentesimo - 900
Nonus - Negende
Noster - Onze
Nota bene - let wel
Notamine - bijzonderheden/notities
Notarius publicus - Openbaar notaris
Notarius regius - Koninklijk notaris
Nothus - bastaard, onecht
Nova oppida - Nieuwe nederzettingen
Novem - 9
Novembris - November
Novennis - Negen jaar oud
Noverca - stiefmoeder
Novercus - stiefvader
Nullo allato impedimento - Geen huwelijksbeletsel
Nunc - Nu
Nuntius - Gerechtsbode
Nuper - Onlangs
Nuptae - bruiloft, huwelijk
Nuptiarum - bruiloft
Nuptias celebrare - bruiloft vieren
Nurus - schoondochter
O
Obdormivit - Is ontslapen
Obiit - Dood/overleden, hij/zij is overleden, is gestorven
Obitorium - Dodenboek
Obituarium - dodenboek
Obligatio - Verplichting
Obrutus - Begraven
Obseques - Plechtige uitvaartdienst
Obstetricator - vroedmeester
Obstetrix - vroedvrouw
Obtenta dispensatione - Na het verkrijgen van dispensatie
Obtentus - Verkregen
Occisus - Gedood, vermoord
Octava - 8
Octavus - Achtste
Octennis - Acht jaar oud
Octingentesimo - 800
Octobris - Oktober
Octogenarius - Tachtigjarige
Octogesimo - 80
Officialis - Kerkelijke rechter
Olim - Vroeger
Omnes - Allen
Omnibus - alle
Ontentus - Verkregen
Onus - Last
Onservandis observatis - Met inachtneming van de voorschriften
Operarius - handwerker
Opera rius - Werkman
Operarius scriniarius - Schrijnwerker
Opificium - Beroep
Opiho - Schaapherder
Oppidamus - stedeling, burger
Oppidum - stad
Orba - weeskind (meisje)
Orbatus - Beroofd van
Orbitas - ouderloosheid, kinderloosheid
Orbus - weeskind (jongen)
Origo - oorsprong, afkomst
Oriundus - Kind van, afkomstig van, afstammend van
Ortum - Tuin
Ortus - Afkomstig
P
Pade - Peet, doopvader
Paelex (pellex) - bijvrouw
Pagamentum - Betaalmiddel
Pagimagister - (dorps-) burgemeester
Pagus - Dorp
Pagulus - gehucht
Pannicida - snijder, kleermaker
Pannifex - Lakenwever
Papulis - Van de mazelen
Pannitonsor - droogscheerder (van laken)
Passatus postea - Is later gepasseerd
Paralysis - Verlamming
Parens - ouder
Parentes - ouders
Pariter - Te gelijker tijd
Partim - Deels
Parochiali - parochie
Parochus - pastoor, hoofd van een parochie
Paroecia - RK gemeente, parochie
Partu - Tijdens de bevalling
Parvus, parvulus - Klein, heel klein
Pastor - pastoor (herder)
Pater - vader
Paternus - vaderlijk, van vaderskant
Patres - vaders, voorouders
patria - vaderland, geboorteland
Patriciaat - de gezamenlijke patriciërs, aristocratie
Patris - Vader
Patrimus - iemand, wiens vader nog leeft
Patrinus - peetvader (peter)
Patrini - peetouders (peter en meter)
Patritus - van vader geërfd
Patrius - vaderlijk, voorvaderlijk
Patrona/patronus - (schuts)patroon/patroonheilige
Patronymicum - vadersnaam
Patruelis - neef van vaderskant
Patrui - oom, vadersbroer
Patruus - oom (broer van vader)
Patruus magnus - Oudoom
Patruus maior - oudoom (broer van (over)grootvader)
Pauper - Arm
Pauperculus - Arm mannetje
Paupercula - Arm vrouwtje
Pectorali morbo - Door een borstkwaal
Pecunia - geld
Pedisequa - Dienstbode
Pellifex - pellio - pellipetarius - bontwerker
Pellifex - Leerlooier
Penitentia - Berouw (biecht)
Penultima - De laatste dag (van de maand)
Peregrimus - vreemdeling, van elders afkomstig
Per - Door
Per me - Door mij
Peregrinus - Pelgrim, vreemdeling
Perhonestus - Weledele
Periculum mortis - Stervensgevaar
Phrenesis - Krankzinnigheid
Phtisis - Tering
Pictor - schilder
Piscator - visser
Pistor - Bakker
Pius - Vroom
Placide - Vreedzaam
Platea - Straat, weg, steeg
Plurus ahi, plurimi ahi - Veel anderen
Pluvia - Regen
Pos(h)umus - Postuum, geboren na de dood van de vader
Poliator - geneesheer, stadsdokter
Post - na
Posteri - nakomelingen
Posteritas - nakomelingschap
Post(h)uma - na de dood van de vader geboren kind (dochter)
Post(h)umus - na de dood van de vader geboren kind (zoon)
Post illa verba textus - na die woorden van de tekst
Post partum - Na de bevalling
Postea - Naderhand
Posthumus - (geboren) na het overlijden van de vader
Postquam - Nadat
Postridie - Daags daarop
Potens ad - Bevoegd tot
Potens facere - Machtigen
Prae, pre - Voor
Praegnans - Zwanger
Praemunitus - Voorzien van
Praenobilis - Edele
Praesens - aanwezig, tegenwoordig
Preasentibus - in aanwezigheid van
Praesidiarius - Behorend tot het garnizoen
Praetor - schout, burgemeester
Praetorium - stadhuis
Praevie - Tevoren
Praeviis tribus bannis - Met ontheffing van de drie afkondigingen
Praeviis tribunis bannis - nadat 3 huwelijksafkondigingen waren voorafgegaan
Praevius - Voorafgaand
Prebere - Aanbieden
Precarium - Belasting
Preintimare - Opzeggen, van te voren aankondigen
Prepositus - Proost
Presbyter - priester
Presentia - Aanwezigheid
Presentibus testibus - In aanwezigheid van de getuigen
Pridie - gisteren, de vorige dag
Pridie nata - de vorige dag geboren
Primo - 1
Primogenitus - Eerstgeboren
Primus - Eerste
Priore anno - Het jaar tevoren
Proavia - overgrootmoeder
Proavitus - van de voorouders geërfd
Proclamatio, ionis - Afkondiging
Probandus - hij die het bewijs moet bijbrengen, de te ondervragen persoon
Proclamatio - afkondiging
Procuratio, ionis - Machtiging
Procuratio at lites - volmacht om op te treden in een geschil voor rechtbank
Procuratio at negotia - handelsvolmacht
Pro Deo - om Godswil, gratis
Progenies - Nageslacht
Proles - kind
Proles illegitima - onwettig kind
Proles spuria - onecht kind
Prolis - kinderen
Promeridianus - In de voormiddag
Promiserunt - Zij hebben beloofd
Promittere indivisi - Onverdeeld beloven
Promulgatio, -ionis - Afkondiging
Promulgatio - huwelijksafkondiging
Pronepos - achterkleinzoon
Proneptis - achterkleindochter
Pro pe - Dicht bij
Proprietarius - Eigenaar
Propter - Wegens
Pro quo - In wiens plaats
Provisus - Voorzien van
Puella - meisje
Puella publica - meisje van lichte zeden
Puer - Kind, knaap
Puerpera - kraamvrouw
Puerperium - Bevalling, kraambed
Puerperis - Tijdens de bevalling
Puerul us - Baby
Pupillus - onmondige wees
Purge - Zuivering
Pusio - Kleine jongen
Pustulae - Puisten
Q
Quandam - eertijds, wijlen
Quadriarius - voerman
Quod attestor - wat ik betuig
Quad ragenarius - Veertigjarige
Qua ragesima - Vasten
Quad raginta - Veertig
Quae patrem designare recusavit - Die weigerde de vader te noemen
Quarto - 4
Quartus - Vierde
Quia - Omdat
Quidam - De een of andere
Quietum - Beschutting
Qui fiut 55 annis - Die 55 jaar oud was
Quindecim - Vijftien
Quingentesimo - 500
Quinquagesimo - 50
Quinquaginta - Vijftig
Quinto - 5
Quitare - Lossen, betalen
Quite - Kwijt, vrij, ontslagen van
Quod attestor - Hetgeen ik bevestig
Quondam - Eertijds, wijlen
Quadragenarius - Veertigjarige
Quadragesimo - 40
Quadringentesimo - 400
R
Ratam (ob)servare - Van waarde houden
Ratione dubi - Om reden van de twijfel
Ratione privatus - Beroofd van zinnen
Rebaptizatus - Herdoopt
Receptor - Ontvanger (der belastingen)
Rector - Pastoor
Redditus - Opbrengst
Redemptio - Terugkoop, lossing
Redimere - Terugkopen, lossen
Regina - koningin
Regio - landstreek
Registrum baptizatorum - Doopboek
Registrum defunctorum - Overlijdensregister
Registrum matrimonio - Trouwboek
Regius - koninklijk
Relicta - Weduwe, achtergelaten vrouw
Relictus - Weduwnaar
Renata - Gedoopt meisje
Renatus - Gedoopte jongen
Residet - Woont
Relictis tribus prolibus - Met nalating van drie kinderen
Relictus viduus - Weduwnaar
Renatus - Herboren=gedoopt
Renuntiare super - Afstand doen van
Reportare - Van zijn kant overdragen
Repromittere - Van zijn kant beloven
Requiescat in pace - Dat hij ruste in vrede
Residet - Woont
Resignare - Opzeggen
Revalidatus - Achteraf gewettigd
Rex - koning
Rheumate - Door reumatiek
Rite - Naar behoren
Rusticus - Landbouwer
S
S. - heilige (afk.)
Sacellanus - kapelaan
Sacra - Heilig
Sacramentis - Sacramenten
Sacramentis munitus - Voorzien van de sacramenten
Sacra unctione - Heilig oliesel
Sacrifista - Koster (ook: sacristanus)
Sacrista - Koster
Sacro oleo provius - Voorzien van het H. Oliesel
Saepius - Meerdere malen
Sancta - Heilige
Sanctus - Heilige
Sarrator lignorum - Houtzager
Sartor - Kleermaker
Sartrix - Kleermaakster
Saserdos - Priester
Satelles - Gerechtsbode
Satisfacere - Deugdelijk houden
Satrapa - Stadhouder
Scabinus - Schepen
Scolaris - Scholier
Scorta - Lichtekooi (ongehuwde moeder)
Scortator - Verwekker van onecht kind
Scortum - Lichtekooi, slet
Scilicet - Namelijk
Scrinipar - Schrijnwerker
Sculte (scultis) - Schout(en)
Secretarius - Stadsschrijver
Secunda - Tweee (vrouw)
Secundus - 2
Sed - Maar
Sedecim - Zestien
Sellator - Zadelmaker
Senectute confectus - Zwak van ouderdom
Senex - Grijsaard
Senior - De oudere
Senio confectus - Door ouderdom uitgeput
Sententia - Vonnis
Sententiare - Vonnissen
Septembris - September
Septimanarum - Weken
Septimo - 7
Septingentesimo - 700
Septuagesimo - 70
Sepulta,-tus,-ti - Begraven
Sepultor mortuorum - Doodgraver
Sepultus - Begraven
Sepultus in ecclesiae - In de kerk begraven
Sepultus in ecclesiae navi - In het schip van de kerk begraven
Sepultus in templo - In de kerk begraven
Sepultus in choro - In het koor begraven
Sepultus in coemeteno - Op het kerkhof begraven
Servus - Knecht, dienaar, schildknaap
Sescentesimo - 600
Se scribere ignaros declaraverunt - Verklaarde niet te kunnen schrijven
Sexagesimo - 60
Sexto - 6
Sexus - Geslacht
Sic - Zo, aldus
Sic fuit emptor contentus - Zo was de koper tevreden
Sicut et - En eveneens
Sigillum - Teken, beeld, zegel (signum)
Sine - Zonder
Sive - Ofwel
Sobrina - Nicht van moederskant
Sobrinus - Neef van moederskant
Socer - Schoonvader
Socrinus - Zwager
Socrus - Schoonmoeder
Solemnizatum - Ingezegend
Sollers - Bekwaam
Solum - Alleens
Solvere - Betalen, voldoen
Solvit - Hij/zij heeft (hebben) betaald, afgelost
Soror - Zuster
Sororis - Zuster
Spelivi - Ik heb begraven
Sponsa - Bruid
Sponsalia - Verloving, ondertrouw
Sponsi - Bruid en bruidegom (bruidspaar)
Sponsus, Si - bruidegom, verloofde
Sportifex - Mandenmaker
Sprintifex - Speldenmaker
Spuria - Onwettige dochter
Spurius, rij - Onwettige zoon, bastaard
Stagnifusor - Tinnegieter
Stare ad iura patrie et vicinorum - Vallen onder het land- en buurrecht
Statim - Terstond
Stitor - Kramer
Strata - Weg
Stratum - Plaveisel
Submersus - Verdronken
Subventio - Heffing
Sufficientem facere - Deugdelijk houden
Supportare - Overdragen
Surdus et mutus - Doofstom
Suscepit - Hij/zij hief ten doop
Suscepto prius baptismate ab obstetrice - Na eerst het doopsel ontvangen te hebben van de vrouwvrouw
Susceperunt(suscep.,susc.) - Hebben ten doop gehouden
Susceptor - Doopheffer, peter
Susceptores - Doopheffers, doopgetuigen
Susceptores fuerunt - De doopgetuigen waren
Susceptrix - Doophefster, meter
Suscipere - Ten doop heffen
Suscipientes - Doopgetuigen
Sutor - schoenmaker
T
Tabe - Wegens tering
Tabernator - waard, kastelein
Tabes - Tering
Tactus - Getroffen
Tamen - Toch
Tamquam - als, in kwaliteit van
Taux - Belasting
Tector - stucadoor, frescoschilder
Tector stramineus - Strodakdekker
Tempore - ten tijde van
Tempore necessitatis - in tijd van nood
Tertio - 3
Tertius - Derde
Testes - getuigen, peten
Testibus - met als getuigen, voor de getuigen
Testis - getuige, getuigen
Textor - wever
Textor laneorum - wolwever
Textor lineorum - linnenwever
Textor tapitorum - linnenwever
Textoris - Wevers
Thorus - bed, huwelijk
Thoro ex illegitimo - uit onecht gesproten
Tinctor - verver
Tonsor - Barbier
Tornator - pottenbakker
Tradantur hee littere - Deze schepenakten moeten overhandigd worden
Tradatur - Moet overhandigd worden aan degene die wijkt
Tredecim - dertien
Trecentesimo - 300
Tricesimo - 30
Trigemini - drieling
Tumulata - begraven vrouw
Tumulatus - begraven man
Tutor - voogd
U
Ulcere - Door een zweer
Ultimus familiae - laatste van de familie
Unicus - de enige
Unctione - oliesel/zalving
Unctio extrema - laatste oliesel, zalving (van een stervende)
Usufructum sibi - Heeft het vruchtgebruik
Ut asserunt - Naar hun zeggen
Ut dicunt - Zoals ze zeggen
Ut dicitur - Zoals gezegd wordt
Uterini - Van dezelfde moeder
Ut fertur - Naar men zegt
Ut supra - Als boven
Uterini - van dezelfde moeder
Uterque - beiden
Uxor - echtgeno(o)t(e)
Uxor, -oris - Echtgenote
Uxoris - huisvrouw, echtgenote
Uxorata - Getrouwde vrouw
Uxoratus - Getrouwde man
V
Vacat - Ontbreekt (niet gepasseerd voor schepenen)
Vagabundus - Zwerver
Vagus - zonder vaste woonplaats, rondtrekkend, Zwerver
Valde - Zeer
Varii - Diverse
Vendere - Verkopen
Vel - of
Venator - jager
Venia - toestemming, verlof
Venia aetatis - meerderjarigheidsverklaring
Verbi Divini Minister - predikant, dienaar van het goddelijke woord
Vero - waarachtig
Versus - Naar, tegen
Vespillo - doodgraver, lijkbidder
Vetus - Oud
Via Strata - Geplaveide weg
Viaticum - stervenssacrament
Vicarius - Pastoor
Vicesimo - 20
Vicus - Wijk, buurt, gehucht, dorp
Vide - zie
Videlicet - te weten, namelijk
Vidimus - wij hebben gezien
Vidit - gezien
Vidua - weduwe
Viduus - weduwnaar
Villa - dorp, Boerderij, gehucht
Villacus - dorpeling, beheerder van landgoed
Vinitor - wijnkoper, wijnhandelaar
Vir - man
Viri - man, echtgenoot
Virris - Echtegenoot
Virgo - maagd, jongedochter
Virginis - maagd, jongedochter
Virguncula - Meisje
Vistelator - fluitspeler, speelman
Vitricus - stiefvader
Vitrifex - glazenmaker
Vivens - Levend
Vocatur - Wordt genoemd
Votum - (gerechts)oordeel, besluit
Votum secundum - tweede keus, tweede huwelijk
Vulgo - algemeen, gewoonlijk, In de wandeling
W
Warandia - Vrijwaring
Wrandium prestare - Vrijwaring bieden
Warandiam servare - Vrijwaren